donderdag 20 juni 2013

Mini hapjes


In mijn vorige blog, legde ik jullie uit hoe je snel en gemakkelijk bladerdeeg zelf kon maken thuis.
Vandaag ga ik jullie twee toffe hapjes leren maken. Eentje met bladerdeeg, namelijk mini-quiches, en een bestaande uit kaas, spek en pruimen.

Wat hebben we allemaal nodig voor de mini quiches ? Dat beslis je voornamelijk zelf. Ik maak vandaag twee verschillende soorten, namelijk quiche met spek en prei, en quiche met tomaat en basilicum. Als je zelf andere vullingen wilt, verander je deze zeer gemakkelijk, maar de basis is hetzelfde.
Hoe dan ook hebben we dus enkele ingrediënten nodig
- onze zelfgemaakte bladerdeeg
- vulling naar keuze (in dit geval 1 preistengel, 100gr hesp en 100gr spek, basilicum en 1 tomaat)
- gemalen kaas
- 200gr room (40%)
- 200gr volle melk
- 200gr eieren (dit zal ongeveer vier eieren zijn)
- kruiden: peper, zout en muskaatnoot

We beginnen bij de bladerdeeg zelf.
Snij een stuk van de bladerdeegblok en rol deze uit. Je kan gerust ook een vel kopen. De dikte van de bladerdeeg moet ongeveer een tweetal millimeter zijn, dus gebruik genoeg bloem en rol ze zacht uit tot je denkt dat het dun genoeg is.
Met een uitsteker kan je dan allemaal kleine ronde vormpjes uitsteken, hiervoor kan je gerust ook de bovenkant van een glas gebruiken
 Eens we al de ronde vormpjes hebben uitgestoken, kunnen we beginnen met ze aan te brengen in de vorm. Dit noemen we "fonceren". Let erop dat je de bladerdeeg niet kapot- duwt of trekt en dat de vorm bewaard blijft.
Het simpelste is je uitgestoken deeg op de vorm te leggen, en zachtjes aan te drukken met je duim, terwijl je met je wijs- en middelvinger de rest omhoog houdt, hierdoor schuift de bladerdeeg mooi in plaats.
Als je alle vormen gevuld hebt, neem je een vork en prik je hiermee in elke bodem enkele gaatjes. Tweemaal prikken per bodem zal genoeg zijn. Dit zorgt ervoor dat er geen luchtbellen ontstaan onder de quiches en ze hierdoor niet naar boven geduwd zullen worden tijdens het bakken.
Als alle vormen geprikt zijn, neem je gemalen kaas en strooi je in elk vormpje een beetje kaas.
 Voor de vulling nemen we de eieren, room en melk en mengen we dit in een kom.
Let zeer goed op dat alles goed gemengd is en het een mooi geheel is. Zodat we geen stukjes dooiers hebben die nog in de compositie zitten tijdens het bakken.

De compositie mag vervolgens goed gekruid worden.
Peper, in dit geval versgemalen zwarte peper, moet goed herkenbaar zijn in de quiche, zout en muskaatnoot mogen niet teveel overheersen, maar moeten ook nog goed te smaken zijn.

De vulling van de quiches is, zoals ik in het begin zei, compleet afhankelijk van persoon tot persoon.
Ik heb hier gekozen voor Tomaat-Basilicum.
Zorg ervoor dat, wat je ook neemt als vulling, je werkt met klein gesneden porties.
Snij de tomaten in kleine blokjes, alsook de basilicum, zodat de mensen geen last hebben tijdens het eten.

Als je vulling fijngesneden is, vullen we de quiches hiermee.
Doe een klein beetje tomaat op de gemalen kaas, en leg hierboven de basilicum. Het geeft niet als het iets boven de vorm komt, eens we de compositie in gedaan hebben, zal het allemaal wat zakken en op zijn plaats komen. Tijdens het bakken zullen de eieren ook stollen en iets naar boven komen.




Een ander voorbeeld van vulling is spek met prei.
Hiervoor nemen we 100gr spek, en 100gr hesp, bakken dit in een pannetje en laten het uitlekken in een zeef.
Voor de prei snijden we onze prei in kleine stukken en stoven we dit aan in een kleine kookpot. Na het stoven, laten we dit ook uitlekken zodat we zo weinig mogelijk kookvocht verliezen tijdens het bakken.

Om onze compositie in de vormen te doen, gebruik ik een vultrechter. Mijn nieuw speelgoed sinds enkele weken. Vroeger deed ik het op twee verschillende manieren. Ofwel neem je een grote trechter en hou je je vinger eronder, ofwel neem je een lege fles (1,5l van water ofzo) en dan giet je telkens een klein beetje per quiche.
Werking vultrechter
Eens alle vormpjes gevuld zijn, plaatsen we de quiches in een voorverwarmde open op 200°C, gedurende een twintigtal minuten.
Elke oven heeft zijn eigen temperatuur en tijd, dus als het na de baktijd nog niet goed eruit ziet, laat ze dan nog even zitten.
Het is belangrijk dat als je aan je bakvorm duwt, de quiches niet meebewegen, want dan zijn ze nog te vloeibaar. De bladerdeeg zelf moet een lichtbruin, krokant uitzicht geven.
Na het bakken, haal je de quiches uit de bakvorm en leggen we ze op een rooster, zodat ze kunnen afkoelen zonder te zweten in de bakvorm zelf (dit zorgt ervoor dat de bodem niet meer krokant is).
Indien je ze direct wilt opeten, dien je ze warm op, maar je kan ze gerust een tweetal dagen op voorhand maken, en terug opwarmen in een oven, gedurende een kleine tien minuten,





Het volgende hapje, heb ik enkele jaren geleden leren maken. Het is een zeer simpel en lekker gerecht. Heb het al enkele keren gemaakt, en telkens zeer goede commentaar over gekregen. Een hapje dat ik dus zeker eens moest leren aan jullie.

De ingrediënten die we nodig hebben zijn:

- blok emmentaler kaas
- gerookte spek
- ontpitte pruimen
Voor onze kaas, snijden we eerst repen af van een goede centimeter breed.
Vervolgens snijden we hier reepjes af van ook een centimeter breed en hierna snijden we de reepjes in kleinere blokjes.
Het is de bedoeling dat we elk blokje kaas in een pruim steken als vulling, dus let hier ook op tijdens het snijden, dat je ze niet te groot of te klein snijdt.
Voor het maken zelf zijn het kleine stappen.
- neem een pruim en steek er een blokje emmentaler in
- leg je gevulde pruim op een plak gerookte spek en rol ze op (het mag goed spannen, dat alles stevig ingebonden zit)
- neem een tandenstoker en prik deze door het rolletje.
Maak alle pruimen die je nodig hebt, en om ze klaar te maken steek je ze in een voorverwarmde oven op 200°C gedurende een tiental minuten. Draai de rolletjes na vijftal minuten om, zodat de spek langs alle kanten mooi gebakken is.
De kaas zal er lichtjes uitstromen, maar dat is niet zo erg.
Let erop dat je de mensen wel waarschuwt dat er warme kaas in zit, want het kan af en toe wel gebeuren dat er iemand hiervan verschiet (of zich verbrandt)








Enkele minihapjes om van te smullen

Smakelijk !

woensdag 19 juni 2013

Zelfgemaakte bladerdeeg


Iets wat de meeste mensen snel durven in te kopen in plaats van te maken, is bladerdeeg. We kunnen het voor zoveel verschillende recepten gebruiken en de dag van vandaag ligt het in elke winkel wel klaar. Maar vandaag ga ik jullie proberen te overtuigen om zelf bladerdeeg te maken. Je zult je misschien afvragen "Waarom?", maar laat me daar snel op antwoorden met "Waarom niet?".
Het vraagt enige oefening en werk, maar niets is zo zalig als je je bladerdeeg in de oven ziet bakken. En het resultaat zal een pak beter zijn dan wat je in de winkel kunt kopen. 

Eerst even een korte uitleg over bladerdeeg zelf. 


Bladerdeeg bestaat uit verschillende laagjes deeg, met daar telkens een laagje boter tussen. Om dit te verkrijgen, is het belangrijk dat ons deeg koud gemaakt wordt, en onze boter op kamertemperatuur is. Dit zorgt ervoor dat we het makkelijk kunnen uitrollen zonder dat ons deeg scheurt van de koude boter.

Het recept voor bladerdeeg bestaat uit niet zoveel grondstoffen:

- 500gr bloem
- 150gr boter
- 250gr boter (toervetstof)  
- 200gr water
- 10gr zout



Voor de bereiding van het deeg zelf neem je de 
150gr boter
500gr bloem
10gr zout
200gr water en kneed je dit tot een stevig deegje. 
Eens dat alles gekneed is, maak je hier een bol van, en leg je deze een half uurtje in de frigo. Na het half uurtje, leg je het op een bebloemd werkvlak

Na het uitrollen in een mooie rechthoek, verdelen we de overblijvende boter over de helft van ons uitgerolde rechthoek.
Dit kan je het best doen door je boter in kleine schelletjes snijden, en naast elkaar schikken op de helft van het deeg en met je vingers lichtjes aandrukken dat ze mooi een geheel vormen.

Zodra dat al de boter verdeeld is, leggen we de ene helft over de andere helft, zodat de boter mooi ingepakt is in het deeg.
Druk de buitenste rand lichtjes aan met je vingers, zodat de boter tijdens het uitrollen er niet uitkomt.

We rollen het geheel uit met een deegrol, tot een lange rechthoek.
Zorg tijdens het uitrollen dat je werkt op een goed bebloemd werkvlak, zodat het deeg niet plakt, maar bij bladerdeeg is het altijd aan te raden om zo weinig mogelijk bloem te gebruiken.
Let ook op dat je een mooie rechthoekige vorm behoudt. (zie volgende stap)
Om ervoor te zorgen dat bladerdeeg een mooie bladering heeft, toeren we het deeg. Je hebt in "toereren" verschillende mogelijkheden, naargelang het deeg. In dit geval geven we bladerdeeg 4 toeren van 3.
Dit doe je door het uitgerolde deeg op een derde te vouwen van links naar rechts, en vervolgens de andere kant hierover te vouwen.

Eens het deeg één maal uitgerold is, draaien we het deeg een kwartslag en herhalen we deze stap.
Het is belangrijk dat je telkens je deeg draait. Na het vouwen zorg je er dus voor dat de minst brede kant voor je ligt. Als je dit niet doet, zal je bladerdeeg in de oven teveel krimpen en weerstand geven.
 



Eens de bladerdeeg tweemaal uitgerold en getoereerd is, pakken we het in in plasticfolie en laten we het een uurtje in de frigo liggen, of een half uurtje in de diepvries. 
Het is belangrijk dat je het deeg de tijd geeft om te rusten, want anders kan het sneller scheuren en zal het resultaat niet zo mooi zijn.






Na genoeg rusttijd, kunnen we het nog twee keer een toer van 3 geven, en dan kan je naargelang wat je wilt maken, je deeg uitrollen op de gewenste dikte.









Het toffe aan zelf bladerdeeg maken, is dat eens je de bladerdeeg gemaakt hebt, je het in twee of drie delen snijdt, inpakt in plasticfolie en je kan het zo bewaren in de diepvries. Laat het ontdooien in de frigo en het is vlot te gebruiken. Langer dan een half jaar zou ik het persoonlijk niet bewaren.

In de toekomst zal ik zeker enkele gerechten maken met dit basisrecept van bladerdeeg.
Succes !

dinsdag 18 juni 2013

Geheimen van de bakkerswereld

Enkele jaren geleden, ging ik regelmatig naar demonstraties, georganiseerd door het Instituut Voor Voeding (IVV), misschien beter gekend als "Ter Groene Poorte" (nog steeds de betere school om bakkerij, slagerij of hotel te kunnen volgen). Bekende namen zoals Sergio Herman, Stephan Destrooper, Joost Arijs en Wout Bru hebben hier allemaal les gevolgd, dus dan weet je dat de kennis die je er kunt opdoen van hoog niveau is.
Maar, genoeg reclame gemaakt voor mijn ex-school, terug naar wat ik jullie vandaag wou leren.
Het toffe aan het volgen van demonstraties, is niet enkel de gerechten die je leert, maar ook de kennis van andere bakkers die hier naartoe komen. Je leert mensen kennen, en voor je het weet ga je eens naar hun bakkerij om te kijken naar "hun gerief". Waar ze goed in zijn, wat er lekker uitziet, .... 
Het grote voordeel is dan wel, wanneer je iets tofs ziet, dat je altijd eens een berichtje kunt sturen naar de chef zelf om het recept te krijgen. De ene chef zal het natuurlijk rapper willen geven dan de andere, want vele recepten zijn nog steeds grote geheimen voor bedrijven. (het beste voorbeeld hiervan is vast en zeker het recept van Coca-Cola) 
Gelukkig zijn er ook vele chefs die met plezier hun recepten delen met collega's. Wat ik vandaag dus ook zal doen met jullie. 
Dit recept komt van een bevriend bakker uit Wetteren (Bakkerij Braeckman), gekend in de streek voor zijn patisserie. Het was dan ook logisch dat ik er eens naartoe ging gaan. Na een autotocht van een veertigtal kilometer, kwam ik eindelijk toe in de bakkerij, waar ik direct omver geblazen werd door het mooie gamma.
Het was net de kerstperiode en de toog stond vol met lekkere kerstbuches. 
Nu, enkele maanden later, betrap ik mij nog steeds dat ik in de auto spring en eens ga kijken wat ze maken voor de tijd van het jaar. Een van de recepten die ik van daar gekregen heb, is een "yoghurtmousse met aardbeien". Een fris, zomers dessert dat niet zwaar is, en ook niet zo ongezond als een Javanais of Misérable. Een dessertje wat ik jullie vandaag ga leren maken.

Om te beginnen hebben we volgende ingrediënten nodig:
- 500gr volle yoghurt 
- 450gr slagroom (40%)
- 50gr kristalsuiker 
- 100gr eiwit 
- 20gr kristalsuiker
- 200gr kristalsuiker
- 60gr water
- 6 blaadjes gelatine
!!! De verschillende keren kristalsuiker zal allemaal duidelijk worden in het recept zelf.

Om te beginnen neem je een kommetje met koud water en daar plaats je de blaadjes gelatine in. Zodat we ze straks kunnen toevoegen in het gerecht. Let hier zeer goed op dat het koud water is. Indien het te warm is, zal de gelatine oplossen in het water (gelatine smelt ongeveer bij een temperatuur van  40°C)
Dompel blaadje per blaadje onder in het water (dit zorgt ervoor dat de blaadjes niet aan elkaar gaan plakken) en zet het aan de kant.


Om de potjes straks te kunnen vullen met onze mousse, gaan we eerst onze glaasjes klaarmaken met de aardbeien. 
Zorg ervoor dat je aardbeien mooi gekuist zijn en droog ze tussen keukenpapier. Dan snij je het groene gedeelte eraf, en snij je de aarbeien  in 2 en plaats je ze met de gesneden kant tegen het glazen potje. 
Zodra we de mousse in de potjes doen, zal dit een tof effect geven.


Na het plaatsen van de aardbeien aan de zijkant, kan je kiezen wat je op de bodem doet. 
Het origineel recept zegt dat er een klein stukje biscuit in moet, maar als je geen tijd/zin hebt om dit thuis te beginnen maken, kan je gewoon enkele aardbeien plaatsen op de bodem (zie vorige foto)
Als alles klaarstaat, kunnen we beginnen aan de mousse zelf.



Neem een kleine kookpot en giet hier je 60gr water en de 200gr suiker in. Zet je pot op het vuur op de grootste stand.
Zodra het suikerwater begint te koken, neem je je 100gr eiwit, en 20gr kristalsuiker & klop je deze op (dit is aan te raden om in een keukenrobot te doen, denk maar aan merken als Kenwood, Kitchenaid,....)

Zodra je eiwit begint schuimig te worden, neem je het kokend suikerwater en giet je dit straalsgewijs op het draaiend eiwit. Wat we hier aan het maken zijn noemt in bakkerstermen "Meringue Italienne" of "Kookschuim". Door de hittebehandeling die het eiwit krijgt van het suikerwater, zal het steviger zijn en een mooier volume krijgen.
Dit kan je ook perfect gebruiken om het alom gekende "schuimpje" te maken in de oven.
Wanneer al het suikerwater toegevoegd is, laten we de meringue koudkloppen. Dit betekent dat we het op een gemiddelde snelheid laten doorkloppen tot de meringue de temperatuur heeft van je lichaam (ongeveer 35°C). 
Zodra de meringue stevig geklopt is, haal je ze uit de kom en laat je de 450gr slagroom opkloppen met de 50gr suiker.
Eens de slagroom opgeklopt is, kunnen we de mousse beginnen maken

We beginnen met de gelatine te smelten in de microgolf. Hiervoor nemen we onze geweekte gelatineblaadjes uit het water, en zetten we ze even in de microgolf tot ze gesmolten zijn. 
Als ze gesmolten is, voegen we ze toe aan de 500gr yoghurt.



Nadat de yoghurt en gelatine gemengd zijn, voegen we de slagroom en meringue toe.
We mengen alles goed met een klopper en zorgen ervoor dat het mengsel geen brokjes geeft.
Let op dat je niet hard begint te kloppen, maar maak een zachte draaiende beweging met je klopper, zodat je alles onder elkaar spatelt, maar niet de luchtigheid eruit klopt.

Vul je spuitzak met de mousse en dan kunnen we beginnen met vullen.
Je moet geen in de spuitzak geen spuitmond steken, vermits we geen effect willen aanbrengen.
Ik gebruik hier wegwerp spuitzakken voor het hygiënische aspect, maar thuis kan je perfect een stoffen spuitzak gebruiken, dan is het wel aan te raden een zo klein mogelijke spuitmond te nemen dat er niet alles uitstroomt.

Met je spuitzak, vul je al de glaasjes tot aan de rand van het glas.
Let tijdens het vullen dat je eerst tussen de aardbeien door spuit, en vervolgens verder spuit in het midden. Dit zorgt ervoor dat de mousse geen luchtgaten creëert aan de aardbeien, en als je in het midden verder vult zal je een mooi egaal vlak krijgen. 
Als alle glaasjes gevuld zijn, plaatsen we ze enkele uurtjes in de frigo om op te stijven

Als afwerking kan je gerust kiezen wat je erop doet.
Aanraders zijn aardbeien, bessen, macarons en chocoladedecoratie. 

Smakelijk !
Roel 


           

vrijdag 14 juni 2013

Late night munchies

We kennen het allemaal: Je zit op een avond thuis en je hebt zin in iets lekkers, maar wat precies?
Die vraag zal ik jullie vandaag beantwoorden!

Enkele jaren geleden ging ik met mijn familie gaan eten in de Pingouin in Eeklo, een voornamelijk vegetarisch restaurant. Daar toegekomen bestelden we een voorgerechtje, wat mij bijgebleven is. Een aantal maanden nadat we daar hadden gegeten, besloot ik het eens na te maken, maar dan mijn "eigen" versie.
En dit zal ik jullie vandaag eens leren !


Doritos à la Roel


Zoals je ziet op de foto bestaat mijn gerecht voornamelijk uit Doritos
Het is een zeer simpel gerechtje en je bent hiermee klaar op een goede 5-10min.

De ingrediënten kunnen variëren van wat je het liefst eet, maar in dit geval (wat ik het meeste maak) bestaat het uit:
- 1 grote zak Doritos (paprika)
- gemalen kaas (emmentaler)
- 1 paprika (rood, maar je kan dit gerust zelf kiezen)




De bereiding zelf:
- We beginnen met de oven voor te warmen op een temperatuur van ongeveer 180-200°C
- We snijden de paprika in kleine blokjes (een toekomstige blog zal over snijtechnieken gaan, vermits ik maar 2 foto's genomen had bij het maken)
- We nemen een grote ovenschotel en verdelen de Doritos hierin
- Vervolgens strooien we de kleine blokjes paprika over het geheel en hierna volgt de gemalen kaas. Dit mag goed vol liggen met de kaas.
- We plaatsen de ovenschaal in de oven gedurende een vijftal minuten tot de kaas gesmolten is.
- Ziezo, je bent klaar om het op te dienen!

Smakelijk!
Als je het zelf eens gemaakt hebt, laat zeker weten wat je ervan vond.

maandag 3 juni 2013

Een moeilijke keuze


Het was even goed nadenken over wat ik zou kiezen als eerste echt blogbericht. Zou ik kiezen voor een bespreking van een verborgen restaurantje ergens in Vlaanderen, zou ik iets kiezen dat ik al duizenden keren heb gemaakt zoals een lekker taartje of een speciaal broodje, of zou ik een bepaalde grondstof bespreken. Het was even denken, tot ik beneden in de keuken kwam en ik hoorde dat mijn familie eens iets nieuws wou proberen.
Het was het perfecte moment om dit te gebruiken als blog!

Vroeger hadden we achteraan in onze tuin enkele buxusbollen staan, maar dat was ook niet echt een "whauw"-gevoel als je in de tuin kwam.Vanaf dit jaar hebben mijn ouders het sublieme idee gekregen om een moestuin te maken in onze tuin. Niet zo lang geleden hadden ze elk één tomatenplantje proberen laten groeien. Die voldoening van hun zelfgekweekte tomaatjes was zo groot, dat ze besloten om deze zomer méér te doen, ze wouden niet enkel tomaten, ze wouden ook nog kruiden, sla, ajuinen ... Kortom, een echte moestuin.
Nu, enkele maanden later, hebben we de vruchten ervan (of is het meer de groenten ervan).
Enkele soorten sla (rucola, krulsla, gewone sla) staan hier al mooi bol en we hadden reeds ervan genoten, maar de oudjes wouden eens iets maken met rucola, dus wat werd het ?
"Geitenkaas in de spek, met een slaatje van rucola met asperges, appeltjes, pijnboompitten en een vleugje van honing" 


Nu, genoeg getetterd, we gaan eens beginnen aan het recept zelf.

Wat je nodig hebt is zeer simpel (voor een viertal personen)

- rucola, in dit geval vers geplukt
- een bundel asperges (witte)
- natuurlijk geitenkaasjes in de spek (deze kwamen van Delhaize)
- één appel
- citroensap (om de appel niet bruin te laten worden)
- pijnboompitten





Voor we met de asperges beginnen, zetten we een grote lage kookpot op het vuur met een klein beetje zout erin. Zodat het water kookt als we klaar zijn met de asperges schoon te maken.

Om te beginnen halen we ze uit de verpakking. Vervolgens snijden we het laatste stukje eraf, een goede 2-3 cm.
Een kleine truc om te weten hoeveel je precies moet afsnijden: je neemt de asperges vast met je wijsvinger en duim van beide handen en je buigt ze lichtjes door tot het afkraakt. Hetgeen je overhoudt van de rechterkant is het harde gedeelte, de rest is wat je mag koken.



Eens al de asperges hun hard deel kwijt zijn, kunnen we beginnen met het schillen ervan.
Voor het schillen houden we het topje vast tussen onze vingers, en gaan we met een dunschiller over de rest van de asperge. Let hier zeer goed op dat je telkens een klein stukje overlapt over het vorige wat je geschild hebt, anders heb je draadjes in je gerecht, en dat willen we niet.




Elke asperge snijden we in vier gelijke delen. Als het water kookt in onze kookpot, leggen we de asperges in het water en minderen we het vuur (wij hebben een vuur met stand één tot negen, en ik minderde het naar vier), na 10 minuutjes zijn de asperges klaar. Om te weten als ze goed zijn haal je er een stukje uit en kijk je als je tijdens het bijten nog een lichte weerstand voelt. Na het koken, haal je ze eruit met een schuimspaan en leggen we ze op een handdoek voor te drogen


De rucola wordt mooi gekuist als je hem uit de tuin haalt. We zorgen ervoor dat hij zeker mooi gespoeld is. Ik heb deze een tiental minuutjes in een kom met zout water geplaatst en vervolgens enkele keren goed gespoeld, elk blaadje bekeken op vuile plekken en dan laten uitlekken in een vergiet.
Je kan ze eventueel ook met een slazwierder drogen.
Eens deze gekuist is, beginnen we aan onze appel.


Voor de appel in het gerecht nemen we een zoete appel (denk hierbij aan Jonagold, Pink lady, ...)
We schillen onze appel, ontdoen hem van het klokhuis en snijden hem in vier gelijke delen.
Vervolgens snijden we elk partje horizontaal in plakjes
De plakjes snijden we hierna in reepjes
En de reepjes in mooie gelijke blokjes.

Eens we de appel volledig in blokjes hebben gesneden, doen we alles in een kommetje en nemen we een citroen.
We doen een klein beetje citroensap op de appels, zodat ze niet bruin worden tegen dat we ze moeten opdienen.
Let erop dat je niet teveel citroensap op de appeltjes doet, proef tijdig dat je geen zure smaak hebt in het gerecht.

Voor de pijnboompitten verhitten we een pan op het vuur.
We nemen geen boter hiervoor, we hebben vooral de warmte nodig voor de pitten te roosteren. Dit zorgt voor een betere smaak in het gerecht van de noten, zo komen ze beter uit.
We verhitten een pan op het vuur, nemen een handvol pijnboompitten en  plaatsen ze in de pan, goed roeren in de pitten zodat ze mooi egaal bruin worden.

Het laatste wat we nog in ons gerechtje nodig hebben is de geitenkaasjes met spek.
We nemen een pan, smelten hier een klein beetje boter in en wanneer de boter goudgeel van kleur is, leggen we onze geitenkaasjes erin.
We laten ze aan de ene kant enkele minuutjes bruin worden, en wanneer deze krokant bruin kleurtje hebben, draaien we ze om met een paletmes (zie foto)

Eens ze omgedraaid zijn, minderen we het vuur van de geitenkaasjes aan de andere kant, en laten we ze nog even de warmte opnemen dat ze ook aan de onderkant krokant zijn.
Let zeker goed op dat het vuur niet te warm staat, na het omdraaien minderde ik het vuur naar vijf/zes van stand




Om het bord te dresseren, heb je enkele keuzes.
Vermits ik meestal apart eet thuis maak ik meestal een bordje voor mij apart, en in dit geval een groot bord voor de rest van de familie (dit is ook handig als je eens een BBQ of een tuinfeestje geeft)




Schik de rucola op het bord
Plaats de asperges tussen de rucola
Strooi de pijnboompitten over het geheel
Vervolgens de frisse appeltjes
Werk af met de net-gebakken geitenkaasjes en als 'finishing touch' wat honing voor het geheel op te zoeten







Smakelijk !!
Laat zeker weten wat je ervan vond als je het zelf eens probeert thuis.

Roel